Advies: Een gestructureerde instructie
Een effectievere aanpak is om een heldere instructie te geven wanneer de groep aan een opdracht begint. Ik gebruik hier zelf de volgende structuur voor:
Je start met een verbinding met het onderwerp zodat mensen weten dat er iets nieuws start en ze hun aandacht daarop kunnen richten.
Bijvoorbeeld: We gaan nu de theorie over de volwassenheid van de Product Owner in de praktijk brengen. Wat zijn de verschillen tussen theorie en praktijk? En hoe kunnen we elkaar helpen om hier praktisch mee om te gaan? Na deze oefening hebben jullie een beter beeld van de mogelijkheden voor je ontwikkeling en hebben jullie praktische tips uitgewisseld over hoe je vanuit een volwassen positie kunt handelen.
De uitnodiging is het meest essentiële deel van de instructie. Deze zin geeft richting en mag niet te nauw zijn (gevaar: geen inspiratie) maar ook niet te breed (gevaar: groep blijft vaag en kan afdrijven).
Bijvoorbeeld: Ik nodig je uit om jouw praktijk te plotten op de 5 niveaus die we hebben besproken. Waar sta jij in dit model en hoe kun je meer volwassenheid in de rol toepassen?
Geef vervolgens aan hoeveel tijd de deelnemers hebben en in welke groep of groepsgrootte ze aan de slag gaan, zonder een instructief commando te geven. In dat geval starten ze direct en je uitnodiging is nog niet klaar..
Bijvoorbeeld: Jullie gaan elkaar in tweetallen interviewen over het onderwerp. Jullie hebben hiervoor 15 minuten, dus elke persoon krijgt 5 minuten de aandacht van de ander.
Je neemt nu de tijd om vragen over 1 t/m 3 te behandelen.
Bijvoorbeeld: Zijn er vragen over de opdracht?
Na het beantwoorden van de vragen herhaal je de uitnodiging, de tijd en de groep. Dit doe je ook als er geen vragen zijn. Zo weet iedereen weer wat de bedoeling is.
Bijvoorbeeld: Jullie gaan nu de 5 niveaus van het model plotten op jullie praktijk. Het doel is om tips te krijgen over hoe je meer volwassenheid in de rol kunt toepassen. Dit doen jullie in tweetallen en hiervoor hebben jullie in totaal 10 minuten.
Geef nu aan dat de deelnemers mogen beginnen.
Bijvoorbeeld: Zet hem op!